Er zijn verschillende manieren om via vingerspelling te communiceren met personen met een auditief-visuele beperking: blokletters in de hand, vingerspellen in de lucht en vingerspellen in de hand. Iedereen kan dus met alle doofblinden communiceren, je hebt alleen een beetje geduld nodig.
Dit is een universele manier van spellen in de hand. Het is een zeer eenvoudig systeem, omdat het gebruik maakt van de gewone schrijfletters: je schrijft hoofdletters in de handpalm van je gesprekspartner. Bijna iedere persoon met een auditief-visuele beperking kent dit systeem en het is daarom door iedereen en zelfs internationaal te gebruiken. Een ander voordeel is dat het ook goed te gebruiken is door mensen die geen of weinig ervaring hebben met doofblinden.
![]() |
Het handalfabet is een onderdeel van gebarentaal die wereldwijd wordt gebruikt. Voor alle begrippen bestaat er een gebaar, terwijl het handalfabet voor elke letter van het Nederlandse alfabet een aparte handvorm heeft. Net zoals de gebarentaal is het handalfabet niet internationaal. Elk land heeft dus zijn eigen gebarentaal en zijn eigen handalfabet.
Het handalfabet wordt vooral gebruikt als hulpmiddel voor het uitspellen van namen, straatnamen, etc. Met name horende mensen gebruiken het ook voor het spellen van woorden waarvoor ze het gebaar (nog) niet kennen. Maar het uitspellen van een woord duurt veel langer dan het maken van het gebaar voor dat woord, dus het is een tijdrovende manier van communiceren.
Het handalfabet is redelijk snel te leren. Er zijn 26 handvormen: ??n voor elke letter van het alfabet. Het leren van de Vlaamse Gebarentaal duurt langer, want het bestaat uit honderden gebaren en een eigen grammatica, net zoals het Nederlands.
Enkele regels bij het gebruik van vingerspelling:
Mensen met een zeer beperkt gezichtsveld vinden het soms gemakkelijker om je hand bij de pols vast te houden of om hun hand over je hand te leggen te voelen terwijl je spelt.
Dit is direct afgeleid van het gewone handalfabet voor doven. Iemand die het Nederlandse of Vlaamse handalfabet kent, kan dus ook vingerspellen in de hand. Daarom wordt dit alfabet vooral gebruikt door mensen die doof geboren zijn en later slechtziend/blind zijn geworden.
Bij het vingerspellen in de hand worden de letters van het handalfabet gespeld in de handpalm van de doofblinde. De regel is dat men met rechts spelt in de rechterhand van de doofblinde. In het begin gaat het spellen erg langzaam, maar een geoefend iemand kan de letters sneller voelen dan het oog kan volgen.
Het algemene nadeel van systemen die alle woorden uitspellen, is dat het een tijdrovende manier van communiceren is. Voor een korte mededeling is de snelheid niet erg belangrijk, maar bij een langer gesprek wordt het al belangrijker. Hiervoor kan vierhandengebaren of lorm gebruikt worden.
Dit handalfabet vind je op de website van de Helen Keller Stichting.